epmd - Online in de cloud

PROGRAMMA:

NAAM

epmd - Erlang Port Mapper Daemonepmd [-d|-debug] [DbgExtra...] [-adres Adressen] [-port
Nee] [-daemon] [-relaxed_command_check]Start de port mapper daemonepmd [-d|-debug] [-port
Nee] [-names|-kill|-stop Name]Communiceert met een draaiende port mapper-daemon

PRODUCTBESCHRIJVING

Deze daemon fungeert als een naamserver op alle hosts die betrokken zijn bij het gedistribueerde Erlang
berekeningen. Wanneer een Erlang-knooppunt start, heeft het knooppunt een naam en krijgt het een adres
van de host OS-kernel. De naam en het adres worden naar de epmd daemon draait door
de lokale gastheer. In een TCP/IP-omgeving bestaat het adres uit het IP-adres en een poort
nummer. De naam van het knooppunt is een atoom in de vorm van Naam@Node. Het werk van de epmd
daemon is om bij te houden welke nodenaam op welk adres luistert. Vandaar, epmd kaarten
symbolische knooppuntnamen naar machineadressen.

De TCP/IP epmd daemon houdt eigenlijk alleen de Naam (eerste) deel van een Erlang
knooppunt naam. De gastheer deel (wat er na de @) is impliciet in de naam van het knooppunt waar de
epmd daemon daadwerkelijk is gecontacteerd, evenals het IP-adres waar het Erlang-knooppunt zich kan bevinden
bereikt. Consistente en correcte TCP-naamgevingsservices zijn daarom vereist voor een Erlang
netwerk goed te laten functioneren.

Start de port mapper demon:
De daemon wordt automatisch gestart door het Erl commando als het knooppunt moet zijn
gedistribueerd en er is geen lopende instantie aanwezig. Als automatisch gestart,
omgevingsvariabelen moeten worden gebruikt om het gedrag van de daemon te wijzigen. Zie de
Milieu variabelen sectie hieronder.

Als het argument -daemon niet wordt gegeven, epmd draait als een normaal programma met de
controlerende terminal van de shell waarin het is gestart. Normaal gesproken zou het moeten werken als een
demon.

Reguliere opstartmogelijkheden staan ​​beschreven in de Normaal opties sectie hieronder.

De DbgExtra opties staan ​​beschreven in de DbgExtra opties sectie hieronder.

Communiceren Met a lopend port mapper demon:
Communiceren met de lopende epmd-daemon door middel van de epmd programma is gedaan
voornamelijk voor foutopsporingsdoeleinden.

De verschillende vragen worden beschreven in de Interactief opties sectie hieronder.

REGULAR OPTIES

Deze opties zijn beschikbaar bij het opstarten van de eigenlijke nameserver. De nameserver is
normaal gesproken automatisch gestart door de Erl opdracht (indien nog niet beschikbaar), maar het kan
ook worden gestart bij het opstarten van het systeem.

-adres Lijst:
Laat dit voorbeeld van epmd luister alleen op de door komma's gescheiden lijst met IP-adressen en
op het loopback-adres (dat impliciet aan de lijst wordt toegevoegd als het niet is
opgegeven). Dit kan ook worden ingesteld met behulp van de ERL_EPMD_ADDRESS omgevingsvariabele. Zien
het deel Milieu variabelen hieronder.

-haven Nee:
Laat deze instantie van epmd luisteren naar een andere TCP-poort dan standaard 4369. Dit kan ook
worden ingesteld met behulp van de ERL_EPMD_PORT omgevingsvariabele. Zie de sectie Milieu
variabelen onder

-d | -debuggen:
Foutopsporingsuitvoer inschakelen. Meer -d vlaggen gegeven, hoe meer foutopsporingsuitvoer u krijgt (naar een
bepaalde grens). Deze optie is vooral nuttig wanneer de epmd-daemon niet is gestart als een
demon.

-demon:
Start epmd los van de besturingsterminal. Loggen zal eindigen in syslog wanneer
beschikbaar en correct geconfigureerd. Als de epmd-daemon wordt gestart bij het opstarten, is deze optie
moet zeker gebruikt worden. Het wordt ook gebruikt wanneer de Erl opdracht start automatisch
epmd.

-relaxed_command_check:
Start het epmd-programma met ontspannen commandocontrole (meestal voor achterwaartse
compatibiliteit). Dit heeft gevolgen voor het volgende:

* Met ontspannen commandocontrole, de epmd daemon kan worden gedood vanaf de localhost met
dat wil zeggen epmd -doden zelfs als er actieve knooppunten zijn geregistreerd. Normaal gesproken alleen daemons
met een lege knooppuntdatabase kan worden gedood met de epmd -doden opdracht.

* De epmd -hou op commando (en de bijbehorende berichten naar epmd, zoals kan worden gegeven
gebruik erl_interface/ei) wordt normaal gesproken altijd genegeerd, omdat het de mogelijkheid opent
van een vreemde situatie waarin twee knooppunten met dezelfde naam tegelijkertijd in leven kunnen zijn
tijd. Een node meldt zichzelf af door gewoon de verbinding met epmd te verbreken, wat de reden is
de stoppen opdracht was alleen bedoeld voor gebruik in foutopsporingssituaties.

Met ontspannen opdrachtcontrole ingeschakeld, kunt u live nodes geforceerd uitschrijven.

Ontspannen opdrachtcontrole kan ook worden ingeschakeld door de omgevingsvariabele in te stellen
ERL_EPMD_RELAXED_COMMAND_CHECK voor het starten epmd.

Gebruik alleen ontspannen opdrachtcontrole op systemen met zeer beperkt interactief gebruik.

DBGEXTRA OPTIES

Deze opties zijn puur voor het debuggen en testen van epmd-clients. Ze mogen niet worden gebruikt
bij normaal bedrijf.

-packet_time-out seconden:
Stel het aantal seconden in dat een verbinding inactief mag zijn voordat epmd een time-out krijgt en
sluit de verbinding (standaard 60).

-vertraging_accepteren seconden:
Om een ​​drukke server te simuleren, kunt u een vertraging invoegen tussen het moment waarop epmd daarvan op de hoogte wordt gesteld
een nieuwe verbinding wordt aangevraagd en wanneer de verbinding wordt geaccepteerd.

-vertraging_schrijven seconden:
Ook een simulatie van een drukke server. Voegt een vertraging in voordat een antwoord wordt verzonden.

INTERACTIEF OPTIES

Deze opties maken epmd uitgevoerd als een interactieve opdracht, waarbij de resultaten van het verzenden worden weergegeven
query's naar een reeds lopende instantie van epmd. De gecontacteerde epmd is altijd lokaal
knoop, maar de -haven optie kan worden gebruikt om tussen instanties te selecteren als er meerdere actief zijn
verschillende poorten op de host gebruiken.

-haven Nee:
Contacteert de epmd luisteren op het opgegeven TCP-poortnummer (standaard 4369). Dit kan ook
worden ingesteld met behulp van de ERL_EPMD_PORT omgevingsvariabele. Zie de sectie Milieu
variabelen hieronder.

-namen:
Maak een lijst met namen die zijn geregistreerd met de momenteel actieve epmd

-doden:
Dood het momenteel lopende epmd.

Het rennen doden epmd is alleen toegestaan ​​als epmd -namen toont een lege database of
-relaxed_command_check werd gegeven toen de lopende instantie van epmd was begonnen. Opmerking
dat -relaxed_command_check wordt gegeven bij het starten van de daemon die moet worden geaccepteerd
doden wanneer het levende knooppunten heeft geregistreerd. Bij het interactief uitvoeren van epmd,
-relaxed_command_check heeft geen effect. Een daemon die wordt gestart zonder ontspannen opdracht
controleren moet worden gedood met behulp van bijvoorbeeld signalen of een andere OS-specifieke methode als dat het geval is
heeft actieve klanten geregistreerd.

-hou op Naam:
De registratie van een live node geforceerd ongedaan maken epmd's database

Deze opdracht kan alleen worden gebruikt bij het contacteren epmd gevallen begonnen met de
-relaxed_command_check vlag. Houd er rekening mee dat ontspannen commandocontrole moet zijn ingeschakeld
de epmd daemon contact opgenomen. Bij het interactief uitvoeren van epmd, -relaxed_command_check heeft
geen effect.

MILIEU VARIABELEN

ERL_EPMD_ADDRESS:
Deze omgevingsvariabele kan worden ingesteld op een door komma's gescheiden lijst met IP-adressen, in
welk geval de epmd daemon luistert alleen op het/de gespecificeerde adres(sen) en op de
loopback-adres (dat impliciet aan de lijst wordt toegevoegd als het niet is opgegeven).
Het standaardgedrag is luisteren naar alle beschikbare IP-adressen.

ERL_EPMD_PORT:
Deze omgevingsvariabele kan het poortnummer bevatten dat epmd zal gebruiken. De standaardpoort
zal in de meeste gevallen prima werken. Er kan een andere poort worden opgegeven om er meerdere toe te laten
instanties van epmd, die onafhankelijke clusters van knooppunten vertegenwoordigen, naast elkaar kunnen bestaan
gastheer. Alle knooppunten in een cluster moeten hetzelfde epmd-poortnummer gebruiken.

ERL_EPMD_RELAXED_COMMAND_CHECK:
Indien ingesteld voorafgaand aan de start, zal de epmd daemon zal zich gedragen alsof de -relaxed_command_check
optie werd gegeven bij het opstarten. Dus als deze optie is ingesteld voordat de
Erlang virtuele machine, de automatisch gestart epmd zal de accepteren -doden en -hou op
commando's zonder beperkingen.

LOGGEN

Op sommige besturingssystemen syslog zal worden gebruikt voor foutrapportage wanneer epmd wordt uitgevoerd als een
demon. Om het loggen van fouten mogelijk te maken, moet u het bestand /etc/syslog.conf bewerken en een
toegang

!epmd
*.* /var/log/epmd.log

waar zijn ten minste één echt tabteken. Spaties worden stilzwijgend genegeerd.

TOEGANG BEPERKINGEN

De epmd daemon accepteert berichten van zowel localhost als externe hosts. Echter alleen de
query-opdrachten worden beantwoord (en er wordt naar gehandeld) als de query afkomstig is van een externe host. Het is
altijd een fout om te proberen een knooppuntnaam te registreren als de client geen proces is
dezelfde gastheer als de epmd instantie wordt uitgevoerd op dergelijke verzoeken worden als vijandig beschouwd en
de verbinding wordt onmiddellijk verbroken.

De vragen die worden geaccepteerd van externe knooppunten zijn:

* Poortvragen - dwz op welke poort luistert het knooppunt met een bepaalde naam

* Naamlijst - dwz geef een lijst met alle namen die op de host zijn geregistreerd

Om de toegang verder te beperken, moet firewallsoftware worden gebruikt.

Gebruik epmd online met behulp van onworks.net-services