imake - Online in de cloud

PROGRAMMA:

NAAM

imake - C-preprocessorinterface voor het make-hulpprogramma

KORTE INHOUD

ik maak [ -Dbepalen ] [ -Idir ] [ -Ubepalen ] [ -Tsjabloon ] [ -f bestandsnaam ] [ -C bestandsnaam ] [
-s bestandsnaam ] [ -e ] [ -v ]

PRODUCTBESCHRIJVING

Ik maak wordt gebruikt om te genereren Maakbestanden van een sjabloon, een set van cpp macrofuncties, en a
per map invoerbestand met de naam an ikmakefile. Hierdoor zijn machine-afhankelijkheden (zoals
compileropties, alternatieve opdrachtnamen en special maken regels) gescheiden te houden
uit de beschrijvingen van de verschillende te bouwen items.

OPTIES

De volgende opdrachtregelopties kunnen worden doorgegeven ik maak:

-Dbepalen
Deze optie wordt rechtstreeks doorgegeven aan cpp. Het wordt meestal gebruikt om directory-
specifieke variabelen. Het X Window-systeem gebruikte deze vlag bijvoorbeeld om in te stellen TOPDIR
naar de naam van de map die de bovenkant van de kerndistributie bevat en
CURDIR aan de naam van de huidige map, relatief ten opzichte van de bovenkant.

-Idirectory
Deze optie wordt rechtstreeks doorgegeven aan cpp. Het wordt meestal gebruikt om de
map waarin de ik maak sjabloon- en configuratiebestanden kunnen worden gevonden.

-Ubepalen
Deze optie wordt rechtstreeks doorgegeven aan cpp. Het wordt doorgaans gebruikt om variabelen uit te schakelen
bij het debuggen ik maak configuratiebestanden.

-Tsjabloon
Deze optie specificeert de naam van het hoofdsjabloonbestand (meestal
bevindt zich in de map die is opgegeven met -I) gebruikt door cpp. De standaardwaarde is
Imake.tmpl.

-f bestandsnaam
Deze optie specificeert de naam van het invoerbestand per map. De standaardwaarde is
ikmakefile.

-C bestandsnaam
Deze optie specificeert de naam van het .c-bestand dat in het current
map. De standaardwaarde is Imakefile.c.

-s bestandsnaam
Deze optie specificeert de naam van het maken beschrijvingsbestand dat moet worden gegenereerd, maar
maken mag niet worden ingeroepen. Als de bestandsnaam is een streepje (-), de uitvoer wordt geschreven
naar stdout. De standaardinstelling is het genereren, maar niet uitvoeren, van een Makefile.

-e Deze optie geeft de ik maak moet het gegenereerde uitvoeren Makefile. De
standaard is om dit aan de gebruiker over te laten.

-v Deze optie geeft aan dat: ik maak moet afdrukken cpp opdrachtregel dat het is
gebruiken om de Makefile.

HOE IT WERKEN

Ik maak oproept cpp met om het even welk -I or -D flags doorgegeven op de opdrachtregel en geeft de naam door
van een bestand met de volgende 3 regels:

#define IMAKE_TEMPLATE "Imake.tmpl"
#define INCLUDE_IMAKEFILE
#include IMAKE_TEMPLATE

WAAR Imake.tmpl en ikmakefile kan worden overschreven door de -T en -f opdrachtopties,
respectievelijk.

De IMAKE_TEMPLATE leest doorgaans een bestand in dat machine-afhankelijke parameters bevat
(gespecificeerd als cpp symbolen), een locatiespecifiek parameterbestand, een bestand dat variabelen definieert, a
bestand met cpp macrofuncties voor het genereren maken regels, en ten slotte de ikmakefile
(gespecificeerd door INCLUDE_IMAKEFILE) in de huidige map. De ikmakefile maakt gebruik van de macro
functies om aan te geven welke doelen moeten worden gebouwd; ik maak zorgt voor het genereren van de
passende regels.

Ik maak configuratiebestanden bevatten twee soorten variabelen: imake-variabelen en make
variabelen. De imake-variabelen worden geïnterpreteerd door cpp wanneer ik maak wordt uitgevoerd. Volgens afspraak
het zijn gemengde gevallen. De make-variabelen worden in het Makefile voor later
interpretatie door maken. Volgens afspraak zijn make-variabelen hoofdletters.

Het regelsbestand (meestal genaamd Imake.regels in de configuratiemap) bevat een
allerlei cpp macrofuncties die zijn geconfigureerd volgens het huidige platform.
Ik maak vervangt elk voorkomen van de string ``@@'' door een nieuwe regel om macro's dat toe te staan
meer dan één regel genereren maken reglement. De macro bijvoorbeeld

#define programma_doel(programma, objlijst) @@\
programma: objlijst @@\
$(CC) -o $@ objlijst $(LDFLAGS)

wanneer gebeld met programma_doel(foo, foo1.o foo2.o) zal uitbreiden naar

foo: foo1.o foo2.o
$(CC) -o $@ foo1.o foo2.o $(LDFLAGS)

Ik maak vervangt ook alle voorkomens van het woord ``XCOMM'' door het teken ``#'' to
staat het plaatsen van commentaar in de Makefile toe zonder ``ongeldige richtlijn''-fouten te veroorzaken
de preprocessor.

Sommige complex ik maak macro's moeten worden gegenereerd maken variabelen die lokaal zijn voor elke aanroep van de
macro, vaak omdat hun waarde afhangt van parameters die aan de macro worden doorgegeven. Zo een
variabelen kunnen worden gemaakt met behulp van een ik maak variabele van de vorm XVARdefn, Waar n is een
enkel cijfer. Een uniek maken variabele wordt vervangen. Latere voorvallen van de
variabele XVARgebruikn wordt vervangen door de variabele die door de overeenkomstige is gemaakt XVARdefn.

Op systemen waarvan cpp reduceert meerdere tabbladen en spaties tot één enkele spatie, ik maak probeert om
plaats de benodigde tabbladen terug (maken is erg kieskeurig over het verschil tussen tabbladen en
spaties). Om deze reden moeten dubbele punten (:) in opdrachtregels worden voorafgegaan door een backslash
(\).

GEBRUIK MET HET X VENSTER SYSTEM

Het gebruikte X Window-systeem ik maak uitgebreid tot en met de X11R6.9-release, voor beide volledige
bouwt binnen de bronboom en externe software. X is sindsdien verhuisd naar GNU autoconf
en automake voor zijn buildsysteem in X11R7.0 en latere releases, maar onderhoudt nog steeds imake
voor het bouwen van bestaande externe softwareprogramma's die nog niet zijn geconverteerd.

Zoals hierboven vermeld, twee speciale variabelen, TOPDIR en CURDIR, zijn ingesteld om te verwijzen
bestanden die relatieve padnamen gebruiken, eenvoudiger. De volgende opdracht wordt bijvoorbeeld gegenereerd
automatisch om de Makefile in de directory lib/X/ (ten opzichte van de bovenkant van de
bronnen):

% ../.././config/imake -I../.././config \
-DTOPDIR=../../. -DCURDIR=./lib/X
Bij het bouwen van X-programma's buiten de bronboom, een speciaal symbool GebruikGeïnstalleerd is gedefinieerd
en TOPDIR en CURDIR zijn weggelaten. Als de configuratiebestanden correct zijn
geïnstalleerd, het script xmkmf(1) mag worden gebruikt.

INVOER FILES

Hier vindt u een overzicht van de bestanden die zijn gelezen ik maak zoals gebruikt door X. De inspringing laat zien wat
bestanden bevatten welke andere bestanden.
Imake.tmpl generieke variabelen
site.def sitespecifiek, BeforeVendorCF gedefinieerd
*.cf machinespecifiek
*Lib.rules gedeelde bibliotheekregels
site.def sitespecifiek, AfterVendorCF gedefinieerd
Imake.rules-regels
Project.tmpl X-specifieke variabelen
*Lib.tmpl gedeelde bibliotheekvariabelen
ikmakefile
Library.tmpl-bibliotheekregels
Server.tmpl-serverregels
Threads.tmpl-regels met meerdere threads

Merk op dat site.def wordt twee keer opgenomen, één keer vóór de *.cf bestand en een keer daarna.
Hoewel de meeste siteaanpassingen moeten worden opgegeven na de *.cf bestand, sommige, zoals
de keuze van de compiler moet vooraf worden gespecificeerd, omdat andere variabele-instellingen dat ook kunnen
afhankelijk van hen.

De eerste keer site.def is opgenomen, de variabele BeforeVendorCF is gedefinieerd en de
de tweede keer wordt de variabele AfterVendorCF gedefinieerd. Alle code binnen site.def zou binnen moeten zijn
een #ifdef voor een van deze symbolen.

Gebruik imake online met behulp van onworks.net-services