xsetwacom - Online in de cloud

PROGRAMMA:

NAAM

xsetwacom - commandline-hulpprogramma om de instellingen van het wacom-stuurprogramma op te vragen en te wijzigen.

KORTE INHOUD

xsetwacom [opties] [opdracht [argumenten]]

PRODUCTBESCHRIJVING

Dit programma vraagt ​​of wijzigt eigenschappen op de apparaten die door het wacom-stuurprogramma zijn geladen. De
wijziging van eigenschappen gebeurt tijdens runtime en is niet persistent via X-server
opnieuw opgestart.

ALGEMEEN OPTIES

-NS, --Scherm display_name
Maak verbinding met de X-server die is opgegeven in display_name; zien X(7).

-H, --help
Drukt een korte help af.

-in, --uitgebreid
Schakel uitgebreide uitvoer in, handig voor foutopsporing.

-V, --versie
Versienummer weergeven en afsluiten.

COMMANDO'S

Toegestane commando's zijn: lijst, krijgen, en in te stellen. De opdracht kan worden opgegeven met of zonder één
of twee voorafgaande streepjes, dat wil zeggen --lijst is gelijk aan -lijst en lijst.

LIJST COMMANDO'S
lijst apparaten
Lijst bekende apparaten. Alleen invoerapparaten die door het wacom-stuurprogramma worden beheerd, worden weergegeven.

lijst parameters
Maak een lijst van bekende parameters. Maak een lijst van alle parameters die geschikt zijn voor de krijgen of de reeks opdracht.
Houd er rekening mee dat niet alle parameters beschikbaar zijn op alle apparaattypen.

lijst modifiers
Maak een lijst van de aliassen voor modifiers en andere toetsen die kunnen worden gebruikt bij het instellen van de knop
actie toewijzingen.

GET COMMANDO'S
krijgen apparaatnaam parameter
Verkrijg de huidige instellingen voor de parameter op het gegeven apparaat. Merk op dat niet alle
parameters zijn beschikbaar op alle apparaattypes. De speciale parameternaam "all" kan
worden verstrekt om alle huidige instellingen op het apparaat weer te geven.

Standaard worden opties in het betreffende formaat op de opdrachtregel afgedrukt.
Het uitvoerformaat kan worden gewijzigd met een van de volgende opties:

-Ja, --schelp
Geef de uitvoer weer in shell-indeling, dwz als shell-commando's naar xsetwacom to
dezelfde parameter reproduceren.

-X, --xconf
Geef de uitvoer weer in xorg.conf-formaat, dwz als optieregels die kunnen worden toegevoegd aan
de sectie InputDevice in de xorg.conf.

SET COMMANDO'S
reeks apparaatnaam parameter [waarde]
Stel de parameterwaarde op het gegeven apparaat in op de opgegeven waarde. Merk op dat niet
alle parameters zijn beschrijfbaar, sommige zijn alleen-lezen en resulteren in een fout bij het proberen
te wijzigen.

PARAMETERS

Niet alle parameters zijn beschikbaar op alle tools. Gebruik de opdracht get met de parameter of
"alle" parameter voor specifieke invoertool van toepassing zijnde parameters en huidige instellingen.

De Omgeving x1 j1 x2 j2
Stel het tabletinvoergebied in in apparaatcoördinaten in de vorm linksboven x/y en onderaan
rechts x/y. Linksboven en rechtsonder zijn gedefinieerd in de native van het apparaat
oriëntatie, ongeacht de momenteel toegepaste rotatie. Invoer buiten
deze coördinaten worden bijgesneden tot aan de randen van het gedefinieerde gebied. Standaard: 0 0
x2 y2; met x2 en y2 tablet specifiek.

Knop knopnummer [mapping]
Stel een toewijzing in voor het opgegeven knopnummer. Mappings hebben de vorm van ofwel a
enkele numerieke knop of een uit te voeren 'actie'. Als er geen toewijzing is,
de standaardtoewijzing wordt hersteld.

Numerieke knoptoewijzingen geven aan welk X11-knopnummer het gegeven knopnummer is
zou moeten beantwoorden. Bijvoorbeeld, een afbeelding van "3" betekent een druk op de gegeven
knop-nummer zal een druk op X11 knop 3 produceren (dwz rechts klikken).

Met actietoewijzingen kunnen veel gebeurtenissen worden uitgevoerd door op een knop te drukken. Ze nemen de vorm aan van
een reeks trefwoorden en argumenten.

Het sleutelwoord "sleutel" wordt gevolgd door een lijst met sleutelnamen. Deze kunnen optioneel
voorafgegaan door "+" voor indrukken en "-" voor loslaten. Als +/- niet wordt gegeven, drukt u op en
loslaten wordt verondersteld, behalve voor modificatietoetsen die links worden ingedrukt. Sleutelnamen kunnen
worden X11 KeySyms of sommige aliassen zoals 'shift' of 'f1' (de volledige lijst kan worden bekeken
met de lijst modifiers opdracht).

Bijvoorbeeld, "key +a +shift b -shift -a" converteert de knop naar een reeks van
toetsaanslagen, in dit voorbeeld "druk op a, druk op shift, druk op en laat los b, laat los
verschuiven, laat een" los.

Het sleutelwoord "knop" is vergelijkbaar, behalve dat de argumenten X11-knopnummers zijn.

Het sleutelwoord "modetoggle" wordt ook herkend; er zijn geen argumenten voor nodig en schakelt de
apparaatmodus tussen relatieve en absolute aanwijzer volgen.

De gebeurtenissen in de actietoewijzing worden verzonden wanneer de fysieke knop wordt ingedrukt. Indien
de action mapping laat alle knoppen of toetsen ingedrukt (zoals een modificatietoets),
ze worden vrijgegeven wanneer de fysieke knop wordt losgelaten.

Meerdere trefwoorden kunnen desgewenst in één actie aanwezig zijn: bijvoorbeeld "toets +ctrl
button 5 key -ctrl". Elk trefwoord duurt alle argumenten tot het volgende trefwoord.

In een action mapping kunnen maximaal 256 persen en/of releases worden opgegeven.

De bestuurder kan alleen fysieke sleutelgebeurtenissen simuleren, maar geen keysyms en xsetwacom
vertaalt de afbeeldingsvolgorde in dergelijke gebeurtenissen. Dus symbolen op dezelfde
fysieke sleutel zal dezelfde gebeurtenis genereren. Bijvoorbeeld '1' en '!' zijn op hetzelfde
toets op een Amerikaans toetsenbord en hebben dus dezelfde toetscode). Voor toegang tot sleutels op a
hoger ploegniveau, moet de reeks worden ingevoerd zoals deze zou worden getypt op a
fysiek toetsenbord. Een uitroepteken wordt bijvoorbeeld ingevoerd door de reeks
"toets +shift 1 -shift".

BindToSerial [serieel|0]
Bind het apparaat met het opgegeven serienummer aan het gereedschap. Eenmaal gebonden,
apparaat negeert gebeurtenissen van andere tools. Een serienummer van 0 betekent dat het apparaat is
ongebonden en zal reageren op elk gereedschap van het overeenkomende type. Standaard: 0

KaartNaarUitvoer [uitvoer]
Wijs het invoergebied van de tablet toe aan een bepaalde uitvoer (bijv. "VGA1"). Uitvoernamen kunnen
ofwel de naam zijn van een kop die beschikbaar is via de XRandR-extensie, of een X11
geometrie string van de vorm WIDTHxHEIGHT+X+Y. Overschakelen naar de volgende beschikbare
uitvoer, wordt het sleutelwoord "next" ook ondersteund. Dit zal fietsen tussen de
afzonderlijke monitoren die op het systeem zijn aangesloten en vervolgens het hele bureaublad. De
mapping kan op elk moment worden gereset naar het hele bureaublad met de uitvoernaam
"bureaublad". Gebruikers van het NVIDIA binaire stuurprogramma moeten de uitvoernamen "HEAD-0" gebruiken
en "HEAD-1" totdat het stuurprogramma XRandR 1.2 of hoger ondersteunt.

De configuratie van de uitvoertoewijzing is een eenmalige instelling en houdt de uitvoer niet bij
herconfiguraties; de opdracht moet opnieuw worden uitgevoerd wanneer de uitvoerconfiguratie
veranderingen. Bij gebruik met tabletrotatie moet de tablet worden gedraaid voordat deze wordt
toegewezen aan het nieuwe scherm. Deze parameter is alleen-schrijven en kan niet worden opgevraagd.

Mode Absoluut|Relatief
Stel de apparaatmodus in op Relatief of Absoluut. Relatief betekent aanwijzer volgen
want het apparaat werkt als een muis, terwijl Absolute de aanwijzer betekent
komt overeen met de werkelijke positie van het apparaat op het scherm van de tablet of tablet-pc.
Standaard: Absoluut voor stylus, gum en tablet-pc touch; Relatief voor cursor en
tablet aanraking.

Drukcurve x1 j1 x2 j2
Een Bézier-curve van de derde orde, samengesteld uit twee ankerpunten (0,0 en 100,100) en
twee door de gebruiker aanpasbare controlepunten die de vorm van de curve bepalen. Verhoog de curve
(x1 y1 x2>y2) voor een "steviger"
gevoel. Sigmoïde vormige bochten zijn toegestaan ​​(x1>y1 x2 y2). Standaard:
0 0 100 100, een lineaire curve; bereik van 0 tot 100 voor alle vier de waarden.

Ruw monster niveau
Stel de grootte van het steekproefvenster in (een glijdend gemiddeld steekproefvenster) voor binnenkomende invoer
tool ruwe datapunten. Standaard: 4, bereik van 1 tot 20.

Roteren geen|half|cw|ccw
Stel de tablet in op de gegeven rotatie:
geen: de tablet wordt niet gedraaid en gebruikt zijn natuurlijke rotatie
helft: de tablet wordt 180 graden gedraaid (ondersteboven)
cw: de tablet wordt 90 graden met de klok mee gedraaid
ccw: de tablet wordt 90 graden tegen de klok in gedraaid

Rotatie is een tablet-brede optie: rotatie van één tool heeft invloed op alle andere tools
gekoppeld aan dezelfde tablet. Wanneer de tablet fysiek is gedraaid, draait u een willekeurige
gereedschap naar de overeenkomstige richting. Standaard: geen

Onderdrukken niveau
Stel het delta (verschil) afsnijniveau in voor verdere verwerking van binnenkomende invoer
gereedschapscoördinaatwaarden. Een X- of Y-coördinaatgebeurtenis wordt bijvoorbeeld alleen verzonden als:
de verandering tussen de huidige X- of Y-coördinaat en de vorige is groter
dan de waarde Onderdrukken. Hetzelfde geldt voor drukniveau (Z-coördinaat) en
Kantelrotatiewaarden. Met een actueel absoluut wiel (AbsWheel) of Tilt-waarde is de
delta tussen deze en de vorige waarde moet gelijk zijn aan of groter zijn dan de
Waarde onderdrukken om doorgestuurd te worden. Onderdrukken is een tabletbrede parameter. EEN
gespecificeerd deltaniveau voor één invoergereedschap wordt toegepast op alle invoergereedschapscoördinaten.
Gebruik een niveau van 0 om onderdrukking uit te schakelen. Standaard: 2, bereik van 0 tot 100.

TabletDebugNiveau niveau
Stel het foutopsporingsniveau voor deze tablet in op het opgegeven niveau. Dit heeft alleen invloed op de code
paden die worden gedeeld tussen verschillende tools op dezelfde fysieke tablet. Een hogere
niveau betekent meer fijnmazige foutopsporingsberichten, een niveau van 0 schakelt foutopsporing uit voor
dit gereedschap. Vereist dat het stuurprogramma is gebouwd met foutopsporing ingeschakeld. Zie ook
ToolDebugLevel. Standaard: 0, bereik van 0 tot 12.

TabletPCKnop aan|uit
Indien ingeschakeld, moet de stylus in contact zijn met het scherm om een ​​zijknop van de stylus
werk. Indien uitgeschakeld, werken de stylusknoppen zodra de stylus zich in de buurt van de
tablet (ongeacht of deze het scherm aanraakt). Standaard: aan voor tablet
pc's; uitgeschakeld voor alle andere modellen.

ToolSerialVorige
Haal het serienummer op van het gereedschap dat het laatst in de buurt was. Deze serie
nummer wordt bijgewerkt wanneer het gereedschap uit de buurt komt. Als de huidige tool ging
eenmaal niet in de buurt is, is dit serienummer dat van het huidige gereedschap. Dit is een
alleen-lezen parameter.

aanraken aan|uit
Indien aan, worden aanraakgebeurtenissen gerapporteerd aan userland, dwz de systeemcursor beweegt wanneer gebruiker
de tablet raakt. Indien uitgeschakeld, worden aanraakgebeurtenissen genegeerd. Standaard: aan voor apparaten die
ondersteuning aanraking; uitgeschakeld voor alle andere modellen.

HWTouchSwitchStatus aan|uit
Indien ingeschakeld, betekent dit dat de aanraakschakelaar is uitgeschakeld. Dat wil zeggen, aanraakgebeurtenissen worden gerapporteerd aan:
gebruikersland. Indien uitgeschakeld, is de aanraakschakelaar ingeschakeld, dwz dat aanraakgebeurtenissen worden genegeerd. Dit
is een alleen-lezen parameter. De initiële status van de aanraakschakelaar wordt opgehaald uit de kernel
wanneer X-stuurprogramma start.

CursorNabijheid afstand
stelt de maximale afstand van tablet in om te stoppen met het rapporteren van beweging voor cursor in relatief
modus. De standaardwaarde voor de Intuos-serie is 10, voor de Graphire-serie (inclusief Volitos) is
42. Alleen beschikbaar voor het cursor/puck-apparaat.

Drempel niveau
Stel de minimale druk in die nodig is om een ​​knopgebeurtenis voor de styluspunt te genereren,
gum of aanraking. De drukniveaus van alle tabletten zijn genormaliseerd naar 2048 niveaus
ongeacht de daadwerkelijke hardware-ondersteunde niveaus. Deze parameter is
onafhankelijk van de parameter PressureCurve. Standaard: 27, bereik van 0 tot 2047.

ToolDebugNiveau niveau
Stel het foutopsporingsniveau voor deze tool in op het opgegeven niveau. Dit heeft alleen invloed op codepaden
die specifiek zijn voor een bepaald hulpmiddel. Een hoger niveau betekent fijnmaziger debuggen
berichten, een niveau van 0 schakelt foutopsporing uit voor deze tool. Vereist dat de bestuurder:
gebouwd met foutopsporing ingeschakeld. Zie ook TabletDebugLevel. Standaard: 0, bereik van 0
om 12.

DrukHerkalibratie aan|uit
Als de begindruk van een apparaat != 0 is, kalibreert de bestuurder de druk opnieuw
bereik. Dit is om rekening te houden met versleten apparaten. Het nadeel is dat wanneer de gebruiker
de tablet heel hard raakt de initiële drukwaarde kan zelfs ongelijk aan nul zijn
voor een perfect goede pen. Als de opeenvolgende drukmetingen niet hoger zijn dan
de initiële druk met een drempel zal geen knopgebeurtenis worden gegenereerd. Deze optie
maakt het mogelijk om de herkalibratie uit te schakelen. Standaard: aan

AUTEURS

Peter Hutterer[e-mail beveiligd]>

Gebruik xsetwacom online met onworks.net-services