qalterB - Online in de cloud

PROGRAMMA:

NAAM

qalter - wijzig pbs batchtaak

KORTE INHOUD

qalter [-a datum_tijd] [-A account_string] [-c interval] [-e pad] [-h hold_list] [-j join]
[-k behouden] [-l resource_list] [-m mail_options] [-M gebruikerslijst] [-N naam] [-o pad] [-p
prioriteit] [-rc] [-S pad] [-u gebruikerslijst] [-W aanvullende_attributen] job_identifier...

PRODUCTBESCHRIJVING

De kwaliteit commando wijzigt de kenmerken van de taak of taken gespecificeerd door job_identifier
op de opdrachtregel. Alleen de attributen die als opties bij de opdracht worden vermeld, zijn dat
gewijzigd. Als een van de opgegeven kenmerken om welke reden dan ook niet voor een taak kan worden gewijzigd,
geen van de kenmerken van die taak wordt gewijzigd.

Het qalter-commando brengt de wijzigingen tot stand door een wijzigen Job batchverzoek aan
de batchserver die eigenaar is van elke taak.

OPTIES

-een datum_tijd
Vervangt het tijdstip waarop de taak in aanmerking komt voor uitvoering. De datum Tijd
argumentsyntaxis is: [[[[CC]JJ]MM]DD]uumm[.SS].

Als de maand, MM, niet is opgegeven, wordt standaard de huidige maand gebruikt als de
opgegeven dag DD, ligt in de toekomst. Anders wordt de maand ingesteld op de volgende
maand. Ook als de dag DD, niet is opgegeven, wordt standaard vandaag de dag ingesteld als
de tijd hmm ligt in de toekomst. Anders wordt de dag ingesteld op morgen.

Dit attribuut kan worden gewijzigd zodra de uitvoering van de taak is begonnen, maar dat gebeurt niet
blijven van kracht totdat de taak opnieuw wordt uitgevoerd.

-Een account_string
Vervangt de accountreeks die aan de taak is gekoppeld.

Dit kenmerk kan niet meer worden gewijzigd zodra de uitvoering van de taak is begonnen.

-c-interval
Vervangt het interval waarop de taak wordt gecontroleerd. Als de baan
wordt uitgevoerd op een host die geen checkpoint ondersteunt, dan is deze optie dat wel
buiten beschouwing gelaten.

De interval argument wordt gespecificeerd als:

n Er mogen geen controlepunten worden uitgevoerd.

s Controlepunten mogen alleen worden uitgevoerd als de server die de taak uitvoert dat ook is
shutdown.

c Controlepunten moeten worden uitgevoerd op de standaard minimale CPU-tijd voor de wachtrij
van waaruit de taak wordt uitgevoerd.

c=minuten
Controlepunten moeten worden uitgevoerd met een interval van minuten, welke is de
geheel getal aantal minuten CPU-tijd dat door de taak wordt gebruikt. Deze waarde moet zijn
groter dan nul. Als het aantal kleiner is dan de standaardcontrolepunttijd, wordt de
standaardtijd zal worden gebruikt.

Dit attribuut kan worden gewijzigd zodra de uitvoering van de taak is begonnen, maar de nieuwe waarde
wordt pas van kracht als de taak opnieuw wordt uitgevoerd.

-e pad Vervangt het pad dat moet worden gebruikt voor de standaardfoutstroom van de batchtaak.
De pad argument heeft de vorm:
[hostnaam:]padnaam
met de meeste hostname is de naam van een host waarnaar het bestand wordt geretourneerd en
pad_naam is de padnaam op die host in de syntaxis die wordt herkend door POSIX 1003.1.
Het argument zal als volgt worden geïnterpreteerd:

pad_naam
Waar padnaam geen absolute padnaam is, zal het qalter-commando dat wel zijn
vouw de padnaam uit ten opzichte van de huidige werkmap van het
commando. Het commando levert de naam op van de host waarop het zich bevindt
uitvoeren voor de hostname component.

hostnaam:padnaam
Waar padnaam geen absolute padnaam is, zal het qalter-commando dat wel zijn
breid de padnaam niet uit. De uitvoeringsserver zal het relatief uitbreiden
de thuismap van de gebruiker op het systeem gespecificeerd door hostnaam.

pad_naam
Waar path_name een absolute padnaam specificeert, zal qalter dit leveren
de naam van de host waarop het wordt uitgevoerd voor de hostname.

hostnaam:padnaam
Waar padnaam een ​​absolute padnaam specificeert, wordt het pad gebruikt als
gespecificeerd.

Dit attribuut kan worden gewijzigd zodra de uitvoering van de taak is begonnen, maar dat gebeurt niet
blijven van kracht totdat de taak opnieuw wordt uitgevoerd.

-h wachtlijst
Werkt de typen bewaarplichten voor de taak bij. De wachtlijst argument is een reeks van
een of meer van de volgende karakters:

u Voeg het USER-type hold toe.

s Voeg het type SYSTEEM toe als de gebruiker over het juiste bevoegdheidsniveau beschikt.
[Doorgaans voorbehouden aan de batchbeheerder.]

o Voeg het type ANDER (of OPERATOR ) toe als de gebruiker het juiste niveau heeft
van voorrecht. [Doorgaans gereserveerd voor de batchbeheerder en batch
exploitant.]

n Stel in op geen; dat is duidelijk de soorten vasthouden die kunnen worden toegepast met de
gebruikersniveau van privileges.

Herhaling van tekens is toegestaan, maar "n" verschijnt mogelijk niet in dezelfde optie
ruzie met de andere drie karakters. Dit attribuut kan worden gewijzigd zodra de
De uitvoering van de taak is begonnen, maar de blokkering wordt pas van kracht als de taak opnieuw wordt uitgevoerd.

-j join Geeft aan welke standaardstromen van de taak zullen worden samengevoegd. De mee
argumentwaarde kan de tekens "oe" en "eo" zijn, of het enkele teken "n".

Een argumentwaarde van oe geeft leiding aan de standaarduitvoer en standaardfoutstromen
van de taak wordt samengevoegd, gemengd en geretourneerd als de standaarduitvoer. A
argumentwaarde van eo geeft leiding aan de standaarduitvoer en standaardfoutstromen
van de taak worden samengevoegd, gemengd en geretourneerd als de standaardfout.

Een waarde van n geeft aan dat de twee streams twee afzonderlijke bestanden zullen zijn. Dit
attribuut kan worden gewijzigd zodra de uitvoering van de taak is begonnen, maar dit duurt niet
invloed totdat de taak opnieuw wordt uitgevoerd.

-k keep Definieert of de taak standaarduitvoer of standaardfout zal zijn
bewaard op de executiehost. Indien ingesteld voor een stream, overschrijft deze optie de
padnaam voor die stream.

Het argument is ofwel de enkele letter "e''o', of'n", of een of meer van de
brieven "e"En"o" gecombineerd in welke volgorde dan ook.

n Er mogen geen streams worden behouden.

e De standaardfoutstroom moet op de uitvoeringshost worden bewaard. De stroom
wordt in de homedirectory geplaatst van de gebruiker onder wiens gebruikers-ID de taak staat
uitgevoerd. De bestandsnaam is de standaardbestandsnaam die wordt gegeven door:
taaknaam.evolgorde waar taak_naam is de naam die is opgegeven voor de taak, en
volgorde is de volgnummercomponent van de taakidentificatie.

o De standaarduitvoerstroom moet op de uitvoeringshost worden bewaard. De
stream wordt in de homedirectory geplaatst van de gebruiker onder wiens gebruikers-ID
de klus uitgevoerd. De bestandsnaam is de standaardbestandsnaam die wordt gegeven door:
taaknaam.ovolgorde waar taak_naam is de naam die is opgegeven voor de taak, en
volgorde is de volgnummercomponent van de taakidentificatie.

eo Zowel de standaarduitvoer als de standaardfoutstromen blijven behouden.

oe Zowel de standaarduitvoer- als de standaardfoutstromen blijven behouden.

Dit kenmerk kan niet meer worden gewijzigd zodra de uitvoering van de taak is begonnen.

-l hulpbronnenlijst
Wijzigt de lijst met bronnen die vereist zijn voor de taak. De Resource_Lijst
argument heeft de volgende syntaxis:
bron_naam[=[waarde]][,bron_naam[=[waarde]],...]

Als een aangevraagde wijziging aan een resource de resourcelimieten voor
taken in de huidige wachtrij, zal de server het verzoek afwijzen.

Als de taak actief is, kunnen alleen bepaalde resources worden gewijzigd. Welke middelen
kan worden gewijzigd in de run-status is systeemafhankelijk. Een gebruiker mag alleen de
limiet voor deze hulpbronnen.

-m mail_opties
Vervangt de reeks voorwaarden waaronder de uitvoeringsserver een e-mail verzendt
bericht over de baan. De mail_opties argument is een string die bestaat uit
het enkele karakter "n", of een of meer van de karakters "a''b"En"e".

Als het karakter "n" is opgegeven, wordt er geen e-mail verzonden.

Voor de brieven "a''b"En"e":

er wordt een e-mail verzonden wanneer de taak door het batchsysteem wordt afgebroken.

b Er wordt een e-mail verzonden wanneer de taak wordt uitgevoerd.

Er wordt een e-mail verzonden wanneer de taak eindigt.

-M gebruikerslijst
Vervangt de lijst met gebruikers naar wie e-mail wordt verzonden door de uitvoeringsserver
stuurt mail over de klus.

De gebruikers lijst argument heeft de vorm:
gebruiker[@host][,gebruiker[@host],...]

-N naam Hernoemt de taak. De opgegeven naam mag maximaal 15 tekens lang zijn
lengte. Het moet bestaan ​​uit afdrukbare, niet-witruimtetekens met de eerste
karakter alfabetisch.

-o pad Vervangt het pad dat moet worden gebruikt voor de standaarduitvoerstroom van de batchtaak. De
pad argument heeft de vorm:
[hostnaam:]padnaam
met de meeste hostname is de naam van een host waarnaar het bestand wordt geretourneerd en
pad_naam is de padnaam op die host in de syntaxis die door POSIX wordt herkend. De
argument zal als volgt worden geïnterpreteerd:

pad_naam
Waar padnaam geen absolute padnaam is, zal het qalter-commando dat wel zijn
vouw de padnaam uit ten opzichte van de huidige werkmap van het
commando. Het commando levert de naam op van de host waarop het zich bevindt
uitvoeren voor de hostname component.

hostnaam:padnaam
Waar padnaam geen absolute padnaam is, zal het qalter-commando dat wel zijn
breid de padnaam niet uit. De uitvoeringsserver zal het relatief uitbreiden
de thuismap van de gebruiker op het systeem gespecificeerd door hostnaam.

pad_naam
Waar path_name een absolute padnaam specificeert, zal de qalter dat doen
geef de naam op van de host waarop het wordt uitgevoerd voor de hostname.

hostnaam:padnaam
Waar padnaam een ​​absolute padnaam specificeert, wordt het pad gebruikt als
gespecificeerd.

Dit attribuut kan worden gewijzigd zodra de uitvoering van de taak is begonnen, maar dat gebeurt niet
blijven van kracht totdat de taak opnieuw wordt uitgevoerd.

-p prioriteit
Vervangt de prioriteit van de taak. De prioriteit argument moet een geheel getal zijn tussen
-1024 en +1023 inclusief.

Dit attribuut kan worden gewijzigd zodra de uitvoering van de taak is begonnen, maar dat gebeurt niet
blijven van kracht totdat de taak opnieuw wordt uitgevoerd.

-rc Geeft aan of de taak opnieuw kan worden uitgevoerd. Zie de opnieuw uitvoeren commando. De optie
argument c is een enkel karakter. PBS herkent de volgende karakters: y en
n.

Als het argument is "y", is de taak gemarkeerd als heruitvoerbaar. Als het argument "n", de
taak is gemarkeerd als niet heruitvoerbaar.

-S pad Declareert de shell die het taakscript interpreteert.

Het optieargument pad_lijst heeft de vorm:
pad[@host][,pad[@host],...]
Er mag slechts één pad worden opgegeven voor elke genoemde host. Er kan slechts één pad worden opgegeven
zonder de bijbehorende hostnaam. Het geselecteerde pad is het pad met de
hostnaam die overeenkomt met de naam van de uitvoeringshost. Als er geen overeenkomende host is
gevonden, dan zal, indien aanwezig, het gespecificeerde pad zonder host worden geselecteerd.

Indien de -S optie niet is opgegeven, is het optieargument de nultekenreeks, of nee
toegang van de pad_lijst is geselecteerd, zal de uitvoering de login-shell van gebruiken
de gebruiker op de uitvoeringshost.

Dit attribuut kan worden gewijzigd zodra de uitvoering van de taak is begonnen, maar dat gebeurt niet
blijven van kracht totdat de taak opnieuw wordt uitgevoerd.

-u gebruikerslijst
Vervangt de gebruikersnaam waaronder de taak op het uitvoeringssysteem moet worden uitgevoerd.

De gebruikers lijst argument heeft de vorm:
gebruiker[@host][,gebruiker[@host],...]
Per opgegeven host mag slechts één gebruikersnaam worden opgegeven. Slechts een van de gebruiker
specificaties kunnen worden geleverd zonder de overeenkomstige gastheer specificatie. Dat
gebruikersnaam zal worden gebruikt voor uitvoering op elke host die niet in de argumentenlijst wordt genoemd.

Dit kenmerk kan niet meer worden gewijzigd zodra de uitvoering van de taak is begonnen.

-W aanvullende_attributen
Met de optie -W kunnen aanvullende taakkenmerken worden gewijzigd. De
algemene syntaxis van de -W heeft de vorm:
-W attr_naam=waarde[,attr_naam=waarde...]
Let op of er ergens binnen de optie-argumentreeks of het gelijksoortige witruimte voorkomt
teken, "=", komt voor binnen een Attribuutwaarde string, dan moet de string zijn
tussen enkele of dubbele aanhalingstekens.

PBS ondersteunt momenteel de volgende kenmerken binnen de optie -W.

afhankelijk=afhankelijkheidslijst
Herdefinieert de afhankelijkheden tussen deze en andere taken. De afhankelijkheidslijst in
het formulier: typ[:argument[:argument...][,type:argument...].
De argument is een numerieke telling of een PBS-taak-ID volgens type dan: . If
argument een telling is, moet deze groter zijn dan 0. Als het een taak-ID is en dat niet is
volledig gespecificeerd in het formulier: volgnummer.server.naam, het zal overeenkomstig worden uitgebreid
aan de standaardserverregels. Als argument is nul (de voorgaande dubbele punt hoeft dat niet te zijn
opgegeven), wordt de afhankelijkheid van het overeenkomstige type gewist (niet ingesteld).

synccount: tellen
Deze taak is de eerste van een reeks taken die tegelijkertijd worden uitgevoerd.
Tellen is het aantal extra banen in de set.

synchroniseren met:jobid
Deze taak is een extra lid van een reeks taken die moet worden uitgevoerd bij de
dezelfde tijd. Jobid is de taak-ID van de eerste taak in de set.

na:jobid[:jobid...]
Deze taak kan op elk moment na de taak worden uitgevoerd baanid hebben
begonnen met de uitvoering.

afterok:jobid[:jobid...]
Het kan zijn dat deze taak pas na de taak wordt uitgevoerd baanid hebben
zonder fouten beëindigd.

afternotok:jobid[:jobid...]
Het kan zijn dat deze taak pas na de taak wordt uitgevoerd baanid hebben
beëindigd met fouten.

afterany:jobid[:jobid...]
Deze taak kan worden gepland voor uitvoering na de taak baanid zijn beëindigd,
met of zonder fouten.

op: tellen
Deze taak kan daarna worden gepland voor uitvoering tellen afhankelijkheden van anderen
banen zijn vervuld. Dit formulier wordt gebruikt in combinatie met een van
the vaardigheden formulieren, zie hieronder.

voorheen:jobid[:jobid...]
Wanneer de uitvoering van deze taak is begonnen, worden er taken uitgevoerd baanid... mag beginnen.

beforeok:jobid[:jobid...]
Als deze taak de uitvoering zonder fouten beëindigt, worden jobs baanid... mei
beginnen.

beforenotok:jobid[:jobid...]
Als deze taak de uitvoering met fouten beëindigt, worden jobs baanid... mei
beginnen.

voorheen:jobid[:jobid...]
Wanneer de uitvoering van deze taak wordt beëindigd, worden jobs baanid... mag beginnen.

Als een van de vaardigheden Er worden formulieren gebruikt, de taak waarnaar wordt verwezen baanid moet hebben
ingediend met het afhankelijkheidstype on.

De taak die is opgegeven in een van de vaardigheden formulieren moeten dezelfde eigenaar hebben als
de baan wordt gewijzigd. Anders wordt de afhankelijkheid niet van kracht.

Foutverwerking van het bestaan, de status of de toestand van de taak waarop de
De nieuw ingediende opdracht is een uitgestelde dienst, dat wil zeggen dat de controle daarna wordt uitgevoerd
de taak staat in de wachtrij. Als er een fout wordt gedetecteerd, wordt de nieuwe taak verwijderd
de server. Er wordt een e-mail verzonden naar de indiener van de opdracht waarin de fout wordt vermeld.

group_list=g_lijst
Wijzigt de groepsnaam waaronder de taak op het uitvoeringssysteem moet worden uitgevoerd.

De g_lijst argument heeft de vorm: groep[@host][,groep[@host],...]
Er mag slechts één groepsnaam per opgegeven host worden opgegeven. Slechts een van de groep
specificaties kunnen worden geleverd zonder de overeenkomstige gastheer specificatie. Dat
groepsnaam wordt gebruikt voor uitvoering op elke host die niet in de argumentenlijst wordt genoemd.

stagein=bestandslijst
stageout=bestand_lijst
Wijzigt welke bestanden worden gefaseerd (gekopieerd) vóór het starten van de taak of worden gefaseerd na de
taak voltooit de uitvoering. De bestandslijst heeft de vorm:
lokaal_bestand@hostnaam:remote_file[,...]
De naam lokaal_bestand is de naam op het systeem waarop de taak wordt uitgevoerd. Het kan zijn
een absoluut pad of een pad relatief ten opzichte van de homedirectory van de gebruiker. De naam
remote_bestand is de bestemmingsnaam op de host die is opgegeven door hostname. De naam
kan absoluut of relatief zijn ten opzichte van de thuismap van de gebruiker op de doelhost.

OPERANDEN

Het qalter-commando accepteert een of meer job_identifier operanden van de vorm:
volgnummer[.servernaam][@server]

STANDAARD FOUT

Elke foutconditie, hetzij bij het verwerken van de opties of de operanden, of een fout
ontvangen als antwoord op de batchverzoeken, zal resulteren in het schrijven van een foutmelding
standaardfout.

EXIT STATUS

Na succesvolle verwerking van alle operanden die aan het qalter-commando worden gepresenteerd, wordt de exit
status zal een waarde van nul zijn.

Als de opdracht qalter er niet in slaagt een operand te verwerken, wordt de opdracht afgesloten met een grotere waarde
dan nul.

Gebruik qalterB online met behulp van onworks.net-services